1. De autoriteiten van een lidstaat waarin een afzender van accijnsgoederen is gevestigd, kunnen aan deze afzender bijstand verlenen wanneer hij geen bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 24, lid 4, van Richtlijn 2008/118/EG of een bericht van uitvoer als bedoeld in artikel 25, lid 3, van die richtlijn of, in de in artikel 33, lid 1, van die richtlijn bedoelde situaties, geen exemplaar van het in artikel 34 van die richtlijn bedoelde geleidedocument heeft ontvangen.
Deze bijstandsverlening laat de fiscale verplichtingen van de afzender in kwestie onverlet.
2. Wanneer een lidstaat bijstand verleent overeenkomstig lid 1 van dit artikel en het nodig acht inlichtingen in te winnen bij een andere lidstaat, vraagt hij deze inlichtingen in overeenstemming met artikel 8. Deze andere lidstaat kan weigeren de gevraagde inlichtingen te verzamelen wanneer de afzender niet alle hem beschikbare middelen heeft aangewend om het bewijs te verkrijgen dat de overbrenging van de accijnsgoederen tussen lidstaten is geëindigd.